Hoe de as KP Gent-Geraardsbergen-Oudenaarde groeide… 9-4-2014
Onze jongste leden vragen ons om de geschiedenis van hun club te willen op schrift stellen. Wij aanvaarden die uitdaging met plezier, maar de geschiedenis dwingt ons om er een gemeenschappelijk verhaal van te maken van de moederclub OVL4 Carolus met zijn “stichtingen” Geraardsbergen en Oudenaarde, gelet op onze historische verwevenheid.
Gezien de opeenvolgende statuten die wij schreven de betrouwbaarste spiegel van onze clubs vormen, nemen wij die als objectieve handleiding, op Gods zegen… Om die onderneming aan te vangen, moeten wij evenwel langs de vrouwelijke lijn beginnen: “cherchant la femme”…
Bie Van Tieghem uit Kruishoutem en KristinVandeputte uit Izegem werden boezemvriendinnen tijdens hun humaniora in ‘t Fort te Kortrijk. Zij huwden later met respectievelijk Albert Geeraert en Dirk Steverlynck. Albert en Dirk vonden het los van mekaar zinvoller twee jaar ontwikkelingshulp te verlenen dan hun legerdienst uit te zitten. Albert trok als vrijgezel naar Congo in het onderwijs, en nam nadien dienst bij Groep Balcaen. Dirk nam als jonggehuwde dienst bij KB, en trok voor zijn eerste opdracht naar Mexico voor een opleidingsstage in Banco de Comercio.
Zo verloren beide vriendinnen mekaar 28 jaar uit het oog.
KB benoemde Dirk in 1987 tot regiodirecteur voor Zuid-Oost-Vlaanderen. Hij verhuisde uit Turnhout naar Gent. Gezien Bie bij Oudenaarde woonde, hoofdstad van de Vlaamse Ardennen, lag het voor de hand dat Kristin en Bie weer contact zochten met mekaar. Toen leerden Albert en Dirk mekaar voor het eerst kennen, en het klikte direct tussen hen.
Dirk stapte over van Lions Turnhout naar Lions Oudenaarde, en kreeg ook zakelijke contacten met Zottegem, Ninove, Ronse, en het verst afgelegen Geraardsbergen. Daar leerde hij zijn cliënt Rik Leeman appreciëren als een flinke zakenman, een gedreven heemkundige en promotor van zijn regio.
Rik introduceerde Dirk als lid van de Gilde van Manneke Pis van Geraardsbergen, en Dirk’s dooppeters bij die plechtigheid waren Rik Leeman, Marcel Nevraumont en Paul De Backer, waarover verder nog sprake.
In februari 2001 gingen Albert en Dirk gelijktijdig met pensioen. Hun eega’s oefenden een niet mis te verstane druk uit op hun mannen om samen hun energie “buitenhuis” te spenderen, “gezien er daar nog zoveel te beleven viel”…
Een KBC-collega van Dirk stak de loftrompet over zijn lidmaatschap bij een pas opgerichte Koperen Passer Club uit Brussel, geleid door Jan Spanjaers. Albert en Dirk opteerden dus voor de vlucht vooruit, en sloten zich voor een half jaar aan bij die club. Daar leerden zij Brussel in zijn rijke facetten liefhebben, en raakten in de ban van de Koperen Passer.
Na een half jaar waren zij overtuigd dat een eigen club runnen in Oost-Vlaanderen een kluifje naar hun hand zou zijn. Zij namen contact op met Roland Willemyns, de toenmalige enige Afdelingsafgevaardigde van KP Oost-Vlaanderen.
Op 19 juli 2001 nodigde hij hen uit inCafe Leffe, onder het Belfort van Gent, samen met zijn “wachtlijst” van 17 mannen die mekaar van haar noch pluim kenden, behoudens toevalligerwijze de namen in het rood:
Andre Cappelaere, Patrick De Meester, Michel Fanoy, Albert Geeraert, Roger Jans, Rik Leeman, Pieter Nachtergaele, Maurice Olislaegers, Guido Roose, Georges Saelens, Dirk Steverlynck, Maurits Van Acker, Wilfried Van Den Bossche, Jean-Pierre Van den Nieuwenhuysen, JacquesVan de Vyver, Jos Van de Vyver en John Vandriessche.
De Afdelingsafgevaardigde stelde de beweging voor, en zij kregen als gemeenschappelijke opdracht: samen een nieuwe club te gaan vormen: OVL 4. Als de vraag kwam welke twee zich geroepen voelde om de nieuwe club te leiden, keek iedereen in zijn glas Leffe, en bleef het doodstil. Na de vergadering staken Albert en Dirk toch maar voorzichtig hun nek uit: dat ze het wel zagen zitten om samen dat engagement op te nemen. Zo eenvoudig is onze stichtingsvergadering verlopen…
Op 25 september 2001 hielden wij onze eerste clubvergadering met 21 kandidaat-leden: een culinaire trip door Gent met VIZIT: aperitief, voorgerecht, hoofdgerecht, dessert en koffie in telkens een ander sfeervol restaurantje: ideaal om mekaar te leren kennen.
Volgende uitstap op 23 oktober 2001 was onze eerste buitenlandse: met de trein naar Rotterdam voor de Jeroen Bosch tentoonstelling in Museum BOIJMANS VAN BEUNINGEN. Met deze en latere verplaatsingen met het openbaar vervoer zijn wij blijkbaar innoverend geweest, en vele clubs zijn ons daarin gevolgd.
Bij het openen van een bankrekening voor onze club reikte KBC ons hun standaardtekst aan voor de stichting van een feitelijke vereniging én eiste daarvoor geen twéé maar minimum drié handtekeningen. Wij namen dus hun standaardtekst over, kozen als derde handtekening Willy Faché, maar kenden hem ook inhoudelijk een nuttige opdracht toe: de jaarcontrole op onze rekeningen.
Daarom noemden wij hem onze “Controller”.
“Twee Bestuurders leiden de culturele activiteiten van de Club.
Een derde Bestuurder treedt op als controller van de jaarrekeningen in opdracht van de Algemene Vergadering.
De Bestuurders verdelen onderling de bestuurstaken, en duiden binnen hun college een Voorzitter aan. Zij delen hun onderlinge taakverdeling duidelijk mee aan de leden.
Onderling bepalen de drie bestuurders de volmachtregeling die zij wensen tegenover de bank.”
Wij waren toen de enige Oost-Vlaamse club die zich dergelijke eigen clubstatuten had toegemeten, en die het met drie bestuurders deed, in plaats van de gebruikelijke twee. Wij trotseerden daarvoor zelfs enige tegenwind vanuit de Afdeling.
De overkoelende feitelijke vereniging KOPEREN PASSER werd in 2005 omgevormd tot een VZW,
en vaardigde een HUISHOUDELIJK REGELEMENT uit voor alle aangesloten clubs.
Dit was voor ons de aanleiding om ook onze standaardstatuten te hérschrijven, om daarin de overkoepelende spelregels van de vzw. mee te verwerken.
Op 25 januari 2005, tijdens onze vijfde Algemene Vergadering in de Rode Pomp, ondertekenden onze toenmalige veertig leden voltallig die nieuwe clubstatuten. Bij die gelegenheid hebben wij “post factum” onze stichtingsakte hérschreven, aanvangend met de opsomming van de zeventien oorspronkelijke “stichtende leden”, zie hoger in italic.
Binnen het jaar na onze stichting zijn wij door doelgerichte werving opgeklommen naar 40 leden, wat schril afstak tegen de slome groei van de Afdeling Oost-Vlaanderen.
Beide clubafgevaardigden, Albert en Dirk, kregen zitting in het bestuur van de Afdeling Oost-Vlaanderen. Zij pasten hun managementervaring ook op de Afdeling toe: alle muren tussen de clubs naar beneden halen, actieve inbreng van elke clubafgevaardigde uitlokken, mekaars activiteiten uitwisselen, hengelen naar de beste praktijken bij alle clubs. Inzonderheid met onze carpooling en gebruik van het openbaar vervoer (NMBS, De Lijn, MIVB en TEC hadden voor ons geen geheimen meer), met ons sterk gevariëerd programma en onze uitgesproken voorkeur voor bedrijfsbezoeken – door de enthousiaste aanbreng van vele clubleden -, oogstten wij grote belangstelling en maakten wij school. Met dergelijke stapsgewijze voorzetten zetten wij geleidelijk de Afdeling naar onze hand.
Want in vergelijking tot alle andere Vlaamse provincies was onze Afdeling Oost-Vlaanderen met een povere vier clubs echt ondermaats uitgebouwd, en had dientengevolge slechts recht op één Afdelingsafgevaardigde in het Centraal Bestuur.
Albert en Dirk werkten dus in overleg met Roland Willemyns aan een inhaal-strategie. Wij hadden namelijk ook geleerd uit onze eigen handicaps: wij telden binnen onze club een kern uit Geraardsbergen en een uit Oudenaarde, wat elke clubuitstap bemoeilijkte, omdat die leden zich telkens vanuit tegengestelde richtingen ver moesten verplaatsen. Wij hadden daarom geen goed woord voor de vaste gewoonte om vanuit een “centrale Oost-Vlaamse wachtlijst” nieuwe clubs op te starten.
Daarom drongen wij in de Afdeling aan op creatie van nieuwe clubs vanuit decentrale arrondissementskernen, zoals Geraardsbergen, Zottegem, Oudenaarde, Eeklo, Sint Niklaas, Deinze of Aalst, nadat wij vooraf een leidende figuur uit die respectieve regio’s zouden hebben aangesproken om de opstart op zich te nemen. Dit moest de startdynamiek en de samenhang van nieuwe clubs ten goede komen, en deelname aan de clubactiviteiten voor alle betrokkenen verbeteren.
Omdat wij in aanvang weinig geloof vonden in onze stelling, namen wij ons voor om die visie vanuit onze eigen club te “bewijzen”, en vonden Rik Leeman direct bereid om een club op te starten in Geeraardsbergen. Zo zijn wij een experimenteel laboratorium geworden voor de Afdeling, en een natuurlijkerwijs “missionerende” club. Binnen de tien jaren telde OVL nu 6 clubs, en had onze Afdeling eindelijk het recht verworven op een tweede Afdelingsafgevaardigde: een niet te missen kans!
Om verzekerd te zijn van minstens één plaats, stelden Albert en Dirk zich allebei kandidaat als Afdelings- afgevaardigde, en toen het ernaar uitzag dat zij allebei konden verkozen worden, trok Dirk zich in extremis terug, omdat het op een staatsgreep zou lijken dat beide Afdelingsafgevaardigden zich uit éénzelfde club zouden opwerken.
Terug naar onze moederclub: onder aanvoering van Rik Leeman deden onze leden uit het Geraardsbergse actief aan carpooling vanuit hun uithoek, wat hun een speciale band gaf. Carpooling is dus hun uitvinding! Wij trapten een open deur in, toen wij aan Rik Leeman suggereerden om zelf een plaatselijke KP op te starten. Daartoe deden wij een oproep naar alle Oost-Vlaamse clubs om leden uit die uithoek aan te moedigen om die nieuwe club te vervoegen, maar dit wekte weinig begeestering bij de andere clubs… Op17/12/2007 hield KP Geraardsbergen zijn stichtingsvergadering met 23 leden, waarvan vier uit onze club overstapten: Paul De Backer, Rik Leeman, Marcel Nevraumont en Herman Vanderlinden. Guido Van Belleghem, uit OVL 2 overgestapt, werd de tweede clubafgevaardigde, en Jan Van Schoors nam de rol van Controller op zich. Zo nam KP Geraardsbergen een vliegende start, quod erat demonstrandum…
De tweede afsplitsing van Oudenaarde verliep met sterkere weeën, omdat het een veel grotere subgroep betrof, waardoor het effectief van OVL4 quasi gehalveerd zou worden, en niet in het minst omdat ook onze clubafgevaardigde Albert Geeraert mee “aftakte”. Als aanloopmaatregel zegden wij aan Albert een supplementair aanwervingscontingent toe voor kandidaten uit het Oudenaardse, en planden voor het eerste halfjaar gezamenlijk onze activiteiten.
Na enige krampen bleek dat de delicate scheiding van die Siamese tweeling toch opnieuw succesvol was verlopen. Op 1-1-2010 verzelfstandigde Oudenaarde zich met 33 leden, waarvan 15 uit OVL4 meetrokken: Andre Cappelaere, Ivan De Ketelaere, Patrick De Meester, Noël De Neve, Leon De Ruyver, Albert Filliers, Albert Geeraert, Lucien Matthys, Pieter Nachtergaele, Piet Santens, Rene Smet, Jacques Van de Vyver, Wilfried Van Den Bossche, Andre Van Parijs & John Vandriessche.
Zoals gepland en verwacht kende ook Oudenaarde met Noël De Neve als tweede clubafgevaardigde.
een succesvolle start, en klom opnieuw snel op tot 40 leden.
Hoewel beide afsplitsingen vrij veel energie, fantasie en overredingskracht vergden voor de stichtende moederclub OVL4 Carolus, brachten zij haar ook heelwat voordelen.
Wij valoriseerden ons overschot aan leiderstalenten voor de Afdeling, volgens het principe: “Elke haan verdient een eigen erf”.
Wij konden in twee grote opeenvolgende golven doelgericht kwaliteitsvolle kandidaten werven uit het Gentse, wat onze samenhang ten goede kwam.
Wij boorden doelgericht nieuwe ledensegmenten aan o.a. bij de magistratuur en de universiteit. En daarbij legden wij de lat vrij hoog: “bereid zijn tot actieve inzet voor de club” werd een bijkomende vereiste. Aldus verwierven wij samen groot prestige bij het op gang trekken van de Afdeling Oost-Vlaanderen.
Parallel met de afsplitsing van Oudenaarde vierde OVL4 op 23 maart 2010 zijn derde doorstart, met Guido Roose in opvolging van Albert Geeraert, en Roland De Vliegher in opvolging van Willy Faché. Geïnspireerd door onze positieve ervaringen met een go-between voor de kandidaat-leden en bij onenigheden tussen de clubafgevaardigden, herschreven wij bij die gelegenheid voor de derde maal onze statuten. Wij gaven namelijk een nog bredere inhoud aan de opdracht van de Controller, die wij voortaan onze Ombudsman noemen:
Twee bestuursleden leiden de culturele activiteiten van de club en hebben de verantwoordelijkheid van “Clubafgevaardigden”, zoals omschreven door het huishoudelijk reglement van vzw Koperen Passer. Zij nemen de algemene leiding van de club waar, in het bijzonder de organisatie van de
statutaire activiteiten, en vertegenwoordigen de club in de overkoepelende organen en tegenover derden.
Een derde bestuurder, genaamd Ombudsman, krijgt de volgende speciale bevoegdheden:
-hij ziet toe op de financiële transacties, controleert de jaarrekeningen in opdracht van de Algemene Vergadering, en zit de stemmingsprocedure voor op de Algemene Vergadering; -hij bemiddelt bij belangrijke onenigheid tussen de Clubafgevaardigden;
-hij begeleidt mede de werving en integratie van nieuwe kandidaat-leden.
In het voorjaar 2012 gaven Dirk en Guido aan onze Ombudsman te kennen dat zij om familiale redenen hun mandaat ter beschikking wilden stellen.
Op de slotvergadering, juni 2012, werden Wilfried Van Zele en Frank Vormezeele unaniem verkozen tot nieuwe Clubafgevaardigden, gaven zij onze club een nieuw elan, en voor het eerst een eigen naam: “CAROLUS”.
Naar aanleiding hiervan werkten wij op 25 september 2012 voor het laatst onze statuten bij:
“Het maatschappelijk adres is gevestigd ten huize van de Voorzitter”.
Voor de volledigheid laten wij in bijlage in extenso de laatste versie van de statuten van OVL4 –Carolus volgen.
Met onze drie clubs: Gent Carolus, Geraardsbergen en Oudenaarde, die nog steeds nauwe contacten hebben met mekaar, en Albert Geeraert als Afdelingsafgevaardigde,vormen wij binnen de Afdeling Oost- Vlaanderen een toonaangevend netwerk, waar wij fier op zijn.
Albert, Dirk en Rik delen met u allen hun trots om hun sterke clubs, gegroeid rond stevige vriendschappen. Wij danken alle KP-leden voor hun eigen inbreng in dit epos, en in het bijzonder elke Afdelings- en Clubafgevaardigde, zowel de huidige als die uit het verleden, voor hun creativiteit en belangeloze inzet!
Wij eindigen met een oproep: wees een vriend voor iedereen, blijf uw Afdelings- en Clubafgevaardigden steunen bij de uitbouw van hun activiteiten, kijk blijvend uit naar aankomende talenten die een meerwaarde beloven voor uw club, en neem het initiatief om regelmatig een eigen activiteit aan te brengen, en samen met uw clubafgevaardigden uit te werken, tot ons aller plezier.
Zo garandeert u mede onze fijne vriendschapsbanden voor de toekomst. Het blijve u allen wél gaan!
Rik Leeman Albert Geeraert Dirk Steverlynck