Lamoraal I van Gavere, graaf van Egmont (° Elzele 18 nov 1522 + Brussel 5 juni 1568) was een generaal en staatsman in de Zeventien Provinciën vlak voor het begin van de Tachtigjarige Oorlog.
In 1568 is hij ter dood gebracht onder invloed van het optreden van de hertog van Alva.
Lamoraal was de vierde graaf van Egmont, elfde vrijheer van Purmerend, Purmerland en Ilpendam, heer van Hoog-en Aartswoude, Baer, Fiennes, Zottegem, Armentières en Auxy, en de eerste prins van Gavere.
Hij stamde uit een van de rijkste en invloedrijkste families in de Nederlanden , voortgekomen uit de ‘advocati’ (= voogden) van de abdij van Egmond, die nabij hun kasteel stond.
Hij was de zoon van Jan IV van Egmont en Françoise van Luxemburg.
Hij huwde op 8 mei 1544 met Sabina van Beieren (1528-1578), waarmee hij zijn rijkdom nog verder vergrootte. Met Sabina kreeg hij 12 kinderen.
Egmont was sinds 1544 ridder van het Gulden Vlies. Als edelman maakte Egmont deel uit van de Raad van State.
Samen met Willem van Oranje en de graaf van Horne verzette hij zich tegen kardinaal Granvelle, bisschop van Atrecht, die de inquisitie invoerde in Vlaanderen.
Op aandringen van de Raad van State vertrok Egmont in 1565 naar Spanje om Filips II de verlangens van de hoge adel over te brengen.
Kort daarna brak de Beeldenstorm (10 augustus 1566) uit en werd het verzet tegen de Spaanse overheersing in de Nederlanden groter.
Als overtuigd katholiek keurde Egmont de Beeldenstorm ten zeerste af en hij zwoer andermaal trouw aan de Spaanse koning.
Na de Beeldenstorm stuurde Filips II de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen.
Willem van Oranje ontvluchtte hierop Brussel; Egmont en Horne besloten niet te vluchten.
Vrijwel direct na zijn aankomst liet Alva de graaf van Egmont en de graaf van Horne arresteren (9 september 1567).
Direct na hun arrestatie werden ze naar Gent overgebracht en in het kasteel opgesloten.
Egmont beriep zich vruchteloos op zijn voorrechten als ridder van de Orde van het Gulden Vlies.
Ondanks de vele pogingen om zijn onschuld te bewijzen, werd hij wegens hoogverraad samen met Van Horne op last van Alva ter dood veroordeeld.
Egmont en Horne werden in 1567 en 1568 opgesloten in het Spanjaardenkasteel te Gent.
Op 5 juni 1568 werden de edellieden op de Grote Markt van Brussel onthoofd.
Het gebalsemde lichaam van de graaf van Egmont ligt, samen met zijn vrouw Sabina (overl. 1578), begraven in de crypte van de Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming kerk te Zottegem.
De harten van zijn oudere broer Karel († 1541) en hun oudste zoon Filips († 1590) liggen met zijn hart in een bronzen koffer.
Tekst en foto’s op basis van Wikipedia informatie